zondag 15 november 2009

Plataan

Mijn dierbaarste vriend is de boom achter 't huis.
Je kunt op hem rekenen, hij is altijd thuis,
mijn plataan.
De taal der seizoenen die hij me onthult,
is uiterst welsprekend en leert me geduld.
Niet altijd haasten, op zoek naar gewin.
Stilstaan geeft dikwijls beduidend meer zin
aan 't bestaan.

Een boom kan niet praten, wordt dikwijls beweerd.
Maar 'k hoor hem, al is 't niet gearticuleerd,
keer op keer.
Wanneer ik van hot naar her ben geraced,
als 't weer eens een rottige dag is geweest,
ik door mijn partner ben afgesnauwd,
dan ritselt hij zacht dat hij wél van me houdt,
zonder meer.

Ik word ook door hem op m'n nummer gezet,
als 'k luister naar hem als het stormt, in mijn bed,
windkracht acht.
Dan fluit hij me uit en sabelt me neer.
Dan gaat hij indrukwekkend te keer.
Hij doet me beseffen hoe nietig we zijn.
Hij hoont mijn pretenties. En ik word heel klein
in de nacht.

Maar meestal kalmeert hij, bemoedigt en sust,
de boom in mijn tuintje. Zie hem daar rust-
gevend staan.
Hij loopt niet, hij zwemt niet, hij vliegt niet. Hij staat.
Gastvrij voor de vogel die aan 't nestelen slaat.
Misschien overdrijf ik een beetje, dat kan,
aar ik zag tot nu niets voortreffelijkers dan
mijn plataan.

jan terlouw
(gelezen op een overlijdenskaart)